www.bierenbroodspot.info
  • home
    • staf
  • overzicht werk
    • Wetgeving oorlogsgetroffenen 1940-1945 Inleiding >
      • I Beknibbeling bij de WUV vanaf 1992
      • II Medisch Juridisch Comite Oorlogsgetroffenen
      • III Petitie met verklaring van deskundigen.
      • IV Overzicht acties
      • V Chronologisch overzicht van activiteiten
      • VI Rapport Medisch Objectief Bewijs
      • VII Kritische Kanttekeningen
      • VIII Evaluatie M.O.B.
      • IX Vermogenskorting
      • X Verbeteringen wetgeving oorlogsgetroffenen
      • XI Peilberoep huisvrouw
      • XII Brieven over deze onderwerpen
    • Seksueel misbruik RK kerk >
      • dagvaarding Kort geding tegen Staat
      • summon (English)
      • VERJARING - strafbaarstelling mogelijk
      • persberichten en Cie Veiligheid en Justitie
    • kort geding seksueel geweld
    • kort geding tegen Kardinaal Simonis wegens discriminatie van homosexuelen >
      • Foto's Kort geding tegen Simonis
    • kort geding tegen Evangelische Hulp Aan Homofielen
    • procedures Fight for Life, Walter Kamp
    • kort geding Gemeente Asd parkeerproblematiek
    • acties parken buitenveldert
  • personalia en cv
    • design Bijster
  • nieuws
    • uitspraken

I.  BEKNIBBELING BIJ DE WUV vanaf 1992,
met name door de leer van het medisch objectief bewijs en de vermogenskorting.

Door de Minister van VWS is herhaaldelijk verzekerd, dat er aan de wetgeving voor oorlogsgetroffenen niet getornd wordt.
De werkelijkheid is anders.
Toen ook het nazi-goud niet aan vervolgden besteed dreigde te worden, heb ik in december 1997 aan Prof. Van Kemenade gevraagd deze tegoeden te gebruiken voor herstel van de WUV. Individuele vervolgden zijn daarmee meer gebaat dan met de projecten, waarvoor uiteindelijk toch gekozen is. Vanwege de WUV is er voldoende uitvoerend en begeleidend kader met veel kennis over de vervolging.
Om te voorkomen, dat de Minister verstoken zou blijven van informatie uit de praktijk, ging dit verzoek in copie naar het ministerie en naar het uitvoerend orgaan van de WUV, de PUR.
In december 1997 is aan Van Kemenade uitgelegd, dat er vanaf 1992 sprake is van uitholling van de wet en forse beknibbeling op aanspraken van vervolgden:

a.  Afschaffing van de integrale vergoedingsplicht volgens art 20 WUV van door de vervolging veroorzaakte, dus causale medische kosten via het ingangsdatumbesluit van de Minister van 8 mei 1995. Sindsdien worden dergelijke wel gemaakte kosten hoogstens over het afgelopen jaar vergoed.
Als men aanvraagt, nadat de kosten gemaakt zijn, worden deze slechts in uitzonderingsgevallen vergoed.

b.  Afschaffing in juli 1994 van de gelijkstelling van de zgn. tweedegeneratie, terwijl deze mogelijkheid in 1973 in de WUV kwam o.a. om vervolgden (nu) een rustige oude dag te bezorgen zonder zorg voor de toekomst van hun psychisch geïnvalideerde kinderen (zie verklaring MJCO en aanbevelingen med. obj. bewijs).

c.  Afschaffing vanaf 1992 van de beperkte vergoeding van niet meetbare invaliditeitskosten, n.m.i.k., die voor vrouwen vanaf 1978 en voor mannen vanaf 1984 gold, wanneer zij psychische klachten hadden zonder arbeidsongeschiktheid. Deze nmik was een goede voorziening voor vervolgden zonder recht op uitkering.

d.  Allerlei "kleine” beleidsaanpassingen waardoor medische en sociaal-medische voorzieningen beperkt of afgeschaft zijn (30 km straal bezoek psychiater, vakantie, big-lijst etc.).

e.  De hantering van de leer van het zgn. medisch objectieve bewijs.
Sinds enige jaren wordt de voorwaarde gesteld, dat in principe alleen een oude brief van een behandelend arts of een recente brief, doch gebaseerd op oude aantekeningen of patiëntenkaarten “objectief” bewijs is van het startpunt c.q. het bestaan van ziekten. Aannemelijke diagnoses volgens de PUR artsen worden beleidsmatig gepasseerd.
Bij dit bewijsrecht wordt het uitgangspunt van de WUV, de algemeen aanvaarde medische inzichten, terzijde geschoven. Met name vanwege de wettelijk op 10 jaar (RIAGGS, 5 jaar) vastgestelde bewaartermijn is zulk bewijs zelden te leveren.Vanwege het tijdsverloop vanaf de vervolging zou men zeker geen strengere bewijsregels dan tot 1994 golden verwachten.

f. Vanwege de forse daling van rente sinds 1973 is het gehanteerde percentage voor vermogenskorting op de uitkering te hoog. De WUV ging vanaf 1973 uit van 6%, 2% onder een CBScijfer destijds. In april 1998 is het ministerie (tevergeefs) door de PUR benaderd om de vermogenskorting te verlagen. Via een eerste actie is het gelukt dit op 5%, (gelijk aan een ander CBScijfer) te stellen. Voor verdere afschaffing of verlaging zijn sterke argumenten. Ondergetekende probeert dit opnieuw onder de aandacht van het ministerie en van Tweede Kamerleden te brengen.

g.  Afschaffing van fiscale voordelen, zoals de in april 1983 afgeschafte vrijstelling van motorrijtuigenbelasting voor oorlogsinvaliden.
Terzijde zij opgemerkt dat wereldwijd niet alleen lagere inkomstenbelasting wordt geheven, doch bij oorlogsinvaliden doorgaans geen of zeer beperkte belastingheffing. In Nederland wordt zelfs over de eerder genoemde n.m.i.k. belasting geheven (v.a. 1.1.98 gewijzigd).

h.  De pogingen tot afbouw van begeleidende instellingen en de PUR. De wetgeving voor oorlogsgetroffenen is nog steeds vrij onbekend. De in het verleden ontmoedigde aanvragers weten niets van de clientvriendelijker benadering. Omdat pas nu in brede kring het gebrek aan solidariteit na de vervolging bekend is geworden, is plaats voor ruimhartiger beleid (zie verklaring).

In verband met de juridisering van medische diagnoses heb ik in mei 1996 aan een aantal artsen en advocaten gevraagd deel te nemen aan een comité, zoals het Comité Verzet en Vervolging van Prof. B. Polak uit het begin van de tachtiger jaren.
In november 1997 is een brief van dit Medisch Juridisch Comité Oorlogsgetroffenen aan de Minister gegeven om haar te waarschuwen.
De psychiaters prof.dr. D.J. de Levita, prof. dr. M.M.W. Richartz en Dr. Th.K. de Graaf hebben in een aparte nota Kritische Kanttekeningen aangedragen bij de huidige gang van zaken.
In maart 1998 heb ik een rapport geschreven over het medisch bewijs in WUVzaken. Voor het medisch bewijsrecht zijn veertig praktijkgevallen onderzocht, waarvan vijftien met citaten en dossierstukken zijn toegelicht. Om privacy-redenen zijn in paragraaf  IX 9 geanonimiseerde voorbeelden gegeven. In november 1998 is op verzoek van het ministerie een rapport met voorbeelden van vereenvouding en verbetering van de WUV in de zin van verbetering geschreven.

De minister had inmiddels de commissie Van Galen ingesteld ter advisering over procedurele uitvoeringsproblematiek. Eind september 1999 wordt dit advies in de Tweede Kamer behandeld. Aan deze commissie was door de minister gevraagd op de rapporten over medisch bewijs, kritische kanttekeningen en verbeteringen te reageren.
Met directie, secretaris en medische dienst van de PUR is een constructieve discussie op gang gekomen. Naar aanleiding van de uitleg over de problematiek bij de medische bewijsvoering is in juni 1998 door de Raadskamer WUV toegezegd dit met extra aandacht en zorgvuldigheid te volgen. Na evaluatie zou bezien worden of bijstelling van het beleid nodig is.

Amsterdam, augustus 1999                                                                   
A. Bierenbroodspot.

NB. In maart 2001 zijn de door de regering overgenomen voorstellen van de commissie van Galen in behandeling bij de Eerste Kamer. Verwacht wordt, dat deze met terugwerkende kracht per 1 januari 2001 worden ingevoerd.

De zeer discutabele vermogenskorting is ingaande 1 januari 2001 verlaagd naar 4%.



  
Powered by Create your own unique website with customizable templates.